Beroepsorganisatie voor Specialisten in Bedrijfsoverdracht

Nieuws

Afscheid nemen is soms moeilijk

De ondernemer, directeur-grootaandeelhouder van een handelsbedrijf, was aan zijn pensioen toe en overwoog zijn bedrijf te verkopen. Hij had het bedrijf bijna 40 jaar geleden opgericht en grootgemaakt, hoewel het slechts twee medewerkers had: zijn vrouw en zijn dochter. Zijn vrouw zou zich ook terugtrekken. Zijn dochter wilde het bedrijf niet. Alle leveranciers en klanten waren goede persoonlijke relaties van de ondernemer, sommigen al heel lang. De ondernemer was inkoper en verkoper en loste alle eventuele problemen zelf op. Contracten waren er niet. Alles ging op goed vertrouwen. Zijn vrouw regelde alles op kantoor, samen met zijn dochter. De cijfers van de onderneming waren uitstekend. De kosten waren immers beperkt en de omzet was hoog en groeide gestaag.

De ondernemer schakelde een intermediair in om hem te helpen bij de verkoop van het bedrijf. De intermediair benaderde een voor de hand liggende partij, die hetzelfde deed in dezelfde branche, echter met een iets ander productenpakket, andere leveranciers en (voor een deel) andere klanten. Een logische match, vonden ook de beide ondernemers. Na enige gesprekken en onderhandelingen werd de koop gesloten en gingen de aandelen over. Vrouw en dochter namen ontslag en de handel werd verplaatst naar het kantoor van de koper.

Vanwege de persoonsgebondenheid van de onderneming aan de verkopende ondernemer werd tussen koper en verkoper een koopprijs overeengekomen, die voor een gedeelte afhankelijk was van toekomstige omzet. De verkopende ondernemer zou als externe adviseur gedurende deze periode aan de onderneming verbonden blijven, enerzijds om de overdracht soepel te laten verlopen, anderzijds om zijn omzetverplichting zeker te stellen en ten derde omdat hij eigenlijk nog helemaal geen zin had om al te stoppen. Het bedrijf, de handel waren zijn lust en zijn leven. De onderneming werd niet geïntegreerd in de groep van de koper en bleef zelfstandig opereren.

Bemiddelen

Een half jaar na de overdracht werd de intermediair gebeld door de ex-ondernemer. Hij had een probleem met de koper en vroeg of de intermediair weer wilde bemiddelen om de zaak op te lossen. Wat bleek? De koper had te makkelijk gedacht over het voortzetten van de gekochte onderneming, zette er de verkeerde of te weinig mensen op en liet op kantoor steken vallen. De verkoper had zijn ex-klanten en ex-leveranciers toegezegd dat zij niets van de overdracht zouden merken en kreeg het daardoor geweldig druk met het oplossen van alle problemen. De adviseursovereenkomst, die als onderdeel van de verkoop gesloten was, voorzag voor de ex-ondernemer slechts in een paar dagen werk per week en daarop was ook de maandelijkse vergoeding gebaseerd. De ex-ondernemer werkte  inmiddels meer uren en harder dan ooit voor de onderneming die de zijne niet meer was. En dat tegen een vergoeding, die veel te laag was ten opzichte van de uren die hij maakte. Zelfs zijn vrouw en dochter moesten bijspringen om de zaken nog in goede banen te leiden. Het plezier ging er voor de ex-ondernemer steeds meer vanaf. Hij moest immers in zijn ogen de rommel van een ander opruimen en daar had hij eigenlijk helemaal geen zin in.

Zo kwam het dat hij uit ontevredenheid over hoe een en ander geregeld was (of beter: niet geregeld was) zijn uren ging bijhouden en die van zijn vrouw en dochter. Hij kwam met enorme maandelijkse declaraties van de uren die uitgingen boven wat contractueel was afgesproken. En het ging om grote bedragen. De koper was daar niet van gediend en vond dat de verkoper die uren helemaal niet moest maken. De medewerkers van de koper zouden immers vanzelf de zaken oppakken die de ex-ondernemer uit zijn handen liet vallen. Maar de ex-ondernemer wilde niets uit zijn handen laten vallen, want hij had zijn relaties beloofd dat zij niet zouden lijden onder de verkoop. Buiten dat had hij moeite met het delegeren van taken aan de medewerkers van de koper.

Spagaat

Hij zat in een spagaat waar hij niet meer uitkwam. Enerzijds wilde hij zijn ex-klanten en ex-leveranciers niet in de steek laten, anderzijds wilde de koper hem niet betalen voor de vele extra uren die hij als gevolg van zijn gedrevenheid maakte. Overigens draaide hij intussen een omzet als nooit tevoren.

Na de nodige besprekingen en met de nodige moeite kwam de intermediair uiteindelijk een regeling overeen, dat tot een bepaalde datum alle declaraties voor het merendeel betaald werden, maar met de afspraak dat de koper vanaf die datum voldoende aandacht aan de onderneming zou geven en er de juiste mensen op zou zetten en dat de verkoper zich vanaf die datum daadwerkelijk uit de dagelijkse bedrijfsvoering zou gaan terugtrekken, hoe moeilijk hem dat ook zou vallen.

Stapje voor stapje trad de ex-ondernemer terug, eerst een dag in de week, toen twee etc. Het zal nog lang duren voordat hij echt afscheid kan nemen. Eigenlijk was dat het probleem; de ex-ondernemer kon geen afscheid nemen van het bedrijf dat hij bijna 40 jaar lang zelf was en dat nu op een heel andere manier en in zijn ogen slecht gevoerd wordt door zijn opvolger. Afscheid nemen is soms moeilijk.

Rob Beeren