Beroepsorganisatie voor Specialisten in Bedrijfsoverdracht

Nieuws

Claimen na (ver)koop bedrijf – volg deze vuistregels op!

Claimen na koop bedrijf – op te volgen vuistregels
Natuurlijk hoop je dat verkoper en koper beiden tevreden zijn na overdracht van het bedrijf en dat de koopovereenkomst in een la verdwijnt (om er nooit meer uit te komen).

Blijkt het helaas als koper toch nodig om bijv. een beroep te doen op inbreuk van overeengekomen garanties of om zich te beroepen op non conformiteit, vergeet dan onderstaande vuistregels niet.

Uit gerechtelijke uitspraken volgt namelijk met behoorlijke regelmaat dat (wellicht anders kansrijke) vorderingen keihard onderuit gaan omdat deze vuistregels niet zijn opgevolgd.

Uit jurisprudentie volgt verder dat de regels van koop en non conformiteit (art. 7: 17 e.v. BW) van toepassing worden verklaard op de verkoop van (hele) ondernemingen en van 100% aandelenpakketten, waarbij dan (ook) wordt geoordeeld dat de facto sprake van verkoop van de gehele onderneming.

Vuistregel 1 – klaag tijdig bij wederpartij

Art. 7: 23 lid 1 BW luidt: “De koper kan er geen beroep meer op doen dat hetgeen is afgeleverd niet aan de overeenkomst beantwoordt, indien hij de verkoper daarvan niet binnen bekwame tijd nadat hij dit heeft ontdekt of redelijkerwijs had behoren te ontdekken, kennis heeft gegeven.”

In jurisprudentie wordt als uitgangspunt een klachttermijn van (slechts) 2 maanden genoemd (tenzij partijen contractueel een afwijkende regeling hebben getroffen), welke termijn ingaat zodra de koper weet of behoort te weten van de inbreuk op een garantie. Doch ook andere klachttermijnen komen voor. Klaag gewoon zo snel als mogelijk, indien en nadat gebreken aan het licht zijn gekomen. Wacht niet.

Nu komt in veel koopovereenkomsten het volgende artikel voor: “Partijen sluiten de toepasselijkheid van artikel 7:17 van het Burgerlijk Wetboek uit.”.

Artikel 7:17 lid 1 luidt: “De afgeleverde zaak moet aan de overeenkomst beantwoorden.”. Is dit laatste niet het geval, dan is sprake van non conformiteit en heeft, meestal, de koper – kort gezegd – mogelijkheden tot claims tegen de verkoper.

Dus als een partij artikel 7:17 e.v. BW buiten toepassing verklaart, zal daarvan normaliter de bedoeling zijn dat geen der partijen een beroep kan doen op non conformiteit.

Weet echter dat er uitspraken bestaan waaruit volgt dat er toch geclaimd kan worden, ook al is de  toepasselijkheid van artikel 7:17 e.v. BW uitgesloten.

Een voorbeeld daarvan is de uitspraak: rechtbank Overijssel 7 januari 2015, LJN ECLI:NL:RBOVE:2015:363. De rechtbank oordeelt dat aan het uitsluiten van Titel 1 van Boek 7 BW (en daarmee ook van artikel 7:23 BW) ten aanzien van de verjaring geen betekenis toekomt omdat artikel 3:222 lid 3 bepaalt dat er geen afstand kan worden gedaan van verjaring voordat de verjaring is voldaan.

Vuistregel 2 – stel wederpartij OOK tijdig in gebreke

Uit de uitspraak ECLI:NL:RBROT:2010:BN8330 volgt dat je als klagende/claimende partij niet alleen tijdig moet klagen maar OOK nog eens wederpartij tijdig in gebreke moet stellen!

De rechtbank beslist in deze uitspraak: 4.7. Overwogen wordt dat voor het inroepen van de ontbinding van de overeenkomst niet alleen is vereist dat Cudi tijdig heeft geklaagd, maar ook dat Enj in verzuim is in de nakoming van haar verplichtingen uit de koopovereenkomst. De rechtbank is van oordeel dat Enj niet in verzuim is. Daarom zal op deze plaats niet worden ingegaan op de vraag of Cudi tijdig heeft geklaagd.

4.9. Gelet op het voorgaande komt de rechtbank tot het oordeel dat Enj niet in verzuim is geraakt omdat zij niet in gebreke is gesteld. Hierop strandt de reconventionele vordering tot ontbinding vanwege een toerekenbare tekortkoming dan wel vanwege het ontbreken van conformiteit. Dit leidt ertoe dat op deze plaats niet wordt toegekomen aan het bespreken van de door Cudi gestelde gebreken aan de inventaris en aan de installatie voor gas en elektriciteit.

Uit art. 6.82 BW volgt wat met een ingebrekestelling wordt bedoeld: “Het verzuim treedt in, wanneer de schuldenaar in gebreke wordt gesteld bij een schriftelijke aanmaning waarbij hem een redelijke termijn voor de nakoming wordt gesteld, en nakoming binnen deze termijn uitblijft.”.

Vuistregel 3 – stel OOK binnen 2 jaar na de klacht een gerechtelijke procedure in

Art. 7:23 lid 2 BW luidt: “Rechtsvorderingen en verweren, gegrond op feiten die de stelling zouden rechtvaardigen dat de afgeleverde zaak niet aan de overeenkomst beantwoordt, verjaren door verloop van twee jaren na de overeenkomstig het eerste lid gedane kennisgeving.

Mocht een koper van een bedrijf met een (serieus) probleem met verkoper gaan onderhandelen en niet binnen twee jaar (na de kennisgeving van non conformiteit) tot een oplossing en overeenstemming komen, denk dan aan voornoemde (korte) verjaringstermijn.

Uit de uitspraak van de rechtbank Overijssel 7 januari 2015, LJN ECLI:NL:RBOVE:2015:363 volgt dat niet binnen 2 jaar is geclaimd, met als gevolg verjaring van het recht te claimen.

De koper heeft de claims ingediend na het verstrijken van 2 jaar nadat de eerste verwijten door koper aan verkopers zijn gemaakt. Er heeft niet/niet tijdig stuiting van de verjaring plaatsgevonden. Als gevolg hiervan oordeelt de rechtbank dat de claims van koper zijn verjaard aangezien dus niet gebleken is van een stuitingshandeling van de verjaring.

De praktijk en conclusie/advies

De praktijk: de rechterlijke macht is zwaar belast, zo niet overbelast. Rechters zoeken, terecht of niet terecht, regelmatig naar formele gronden om een vordering af te wijzen, in plaats van dat het geschil inhoudelijk wordt beoordeeld.

Conclusie: het is en-en-en: pas dus ALLE 3 de vuistregels toe, bij claims die niet tussen partijen kunnen worden geregeld en waarbij (uiteindelijk) geprocedeerd zal moeten worden.

Advies: geef partijen na de (ver)kooptransactie deze vuistregels als advies mee, mocht zich op enig moment een (serieus) probleem voordoen.

Heeft u verder vragen over dit onderwerp of over bedrijfsovername dan wel participatie in bedrijven, dan ben ik u graag van dienst. Klik hier voor meer informatie.

Auteur van dit artikel ©: mr. Enno Schets Advocaat Schets Advocatuur  geassocieerd BOBB lid.