Beroepsorganisatie voor Specialisten in Bedrijfsoverdracht

Nieuws

Koop op afbetaling van aandelen

Koop op afbetaling van aandelen

Koop op afbetaling aandelen: regelmatig wordt bij (ver)koop van aandelen een verkoperslening door verkoper verschaft. De koper betaalt dan de koopprijs, of een deel daarvan, niet direct bij levering van de aandelen, maar erkent aan verkoper schuldig te zijn de koopprijs met inachtneming van bepaalde leningsvoorwaarden. 

Voor een verkoper blijft dit opletten, zo blijkt uit het recente arrest van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch (ECLI:NL:GHSHE:2020:3889).

Huurkoop en koop op afbetaling

Eerst nog even het verschil tussen deze twee rechtsfiguren. Vooral van belang voor een verkoper. Zie artikel 7:84 lid 3 BW: bij koop op afbetaling gaat de eigendom (van de aandelen) direct bij notariële levering over op koper, terwijl bij huurkoop de eigendom pas op koper overgaat na betaling van de laatste termijn.

Omdat eigendom het meest omvattende recht voor een verkoper is, heb ik in geval van een betalingsregeling / financiering door verkoper al eerder gepleit voor huurkoop, zie https://www.schetsadvocatuur.nl/bedrijfsovername/huurkoop-bedrijf-tips/

Immers een verkoper die zijn aandelen in eigendom overdraagt, moet goed begrijpen wat er allemaal mis kan gaan indien hij bij overdracht van zijn eigendom nog geen cent van koper heeft ontvangen. 

Het recente arrest van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch (ECLI:NL:GHSHE:2020:3889) is daar een sneu voorbeeld voor verkoper van.

Koop op afbetaling van aandelen: de casus

Verkoper heeft in 2015 alle aandelen in zijn BV (een kledingwinkel) verkocht aan koper, een natuurlijke persoon. De koper zou de koopprijs voldoen in 20 maandelijkse betalingen van € 500,=, hetgeen is vastgelegd in een notariële akte van de aandelenoverdracht (waarin is opgenomen "koper erkent bij deze schuldig aan verkoper een bedrag ter grootte van de koopprijs onder separaat overeengekomen lening-condities") en in een leningsovereenkomst, die tegelijk met de notariële akte is opgesteld.

Binnen een jaar ging de BV failliet en verkoper heeft geen cent ontvangen. Verkoper vordert in rechte betaling van de hoofdsom van de lening. Zowel in eerste aanleg als in hoger beroep wordt de vordering van verkoper, op verschillende gronden, afgewezen.

Het Hof:
Het hof is primair ingegaan op het verweer van geïntimeerden (= gedaagden in hoger beroep) dat sprake is van koop op afbetaling en het daarop aansluitende beroep van geïntimeerde 2 op artikel 1:89 lid 1 BW, wegens het ontbreken van de in artikel 1:88 lid 1 sub d BW voorgeschreven toestemming van de niet handelende echtgenote.

Volgens het vijfde lid van (het inmiddels vervallen) artikel 7A:1576 BW is koop op afbetaling ook van toepassing op vermogensrechten, zoals aandelen (vgl. HR 28 maart 2008, ECLI: NL:HR:2008:BC2837). Artikel 1:88 lid 1 onder d BW onderwerpt het aangaan van een overeenkomst van koop op afbetaling aan de toestemming van de andere echtgenoot.

Vast staat dat tussen partijen een koopovereenkomst tot stand is gekomen waarbij [appellante] de aandelen in [de B.V.] voor een bedrag van € 10.000,-- heeft verkocht aan [geïntimeerde 1] . Verder staat vast dat de aandelenoverdracht heeft plaatsgevonden, zonder dat de koopsom is voldaan. De notariële akte inzake de levering van aandelen vermeldt: "koper erkent bij deze schuldig aan verkoper een bedrag ter grootte van de koopprijs onder separaat overeengekomen lening-condities". De koopsom c.q. lening zou via 20 maandelijkse betalingen van € 500,-- worden afgelost.

Dit betekent dat aan alle elementen van artikel 7A:1576 lid 1 BW is voldaan: er is sprake van een overeenkomst van koop en verkoop van aandelen, partijen hebben afgesproken dat de koopprijs wordt betaald in termijnen, en twee of meer van die termijnen verschijnen nadat de verkochte zaak, het aandelenpakket, aan de koper, [geïntimeerde 1] , is geleverd.

Het hiervoor gegeven oordeel dat de overeenkomst van partijen moet worden aangemerkt als een overeenkomst van koop op afbetaling, betekent dat op grond van artikel 1:88 lid 1 onder d BW in verbinding met artikel 7A:1576 BW voor het aangaan van die overeenkomst de toestemming van [geïntimeerde 2] was vereist. Omdat vast staat dat die toestemming ontbreekt, slaagt het beroep op vernietiging.

Het slagen van het beroep op vernietiging betekent dat de grondslag aan de vordering reeds daarom ontvalt. De vordering van [appellante] moet daarom worden afgewezen. Ofwel: verkoper kan “naar zijn koopprijs fluiten”.

Eerder heeft de kantonrechter geoordeeld dat het contract op grond van de bepalingen voor consumentenkrediet van titel 2A van boek 7 BW nietig is omdat [geïntimeerde 1] consument was in de zin van artikel 7:57 lid 1 onder a BW en [appellante] bedrijfsmatig handelde in de zin van artikel 7:57 lid 1 onder b BW. Het hof is echter van oordeel dat geïntimeerde 1 niet kan worden aangemerkt als consument omdat sprake is van een zakelijke transactie en niet van een consumptief krediet.

Voor de verkoper aldus goed zuur: alle aandelen kwijt, BV failliet en geen koopprijs.

Koop op afbetaling van aandelen: de les hieruit voor verkoper

Houd als verkoper, indien de koper een natuurlijke persoon is, altijd rekening met artikel 1:88 BW en laat de echtgenote of geregistreerd partner altijd de koopovereenkomst voor toestemming meeondertekenen. Denk daarnaast na over het goede alternatief van huurkoop.

Wordt het toch koop op afbetaling, beding dan zekerheden, zoals bijvoorbeeld een pandrecht op aandelen en activa en/of een hypotheek op onroerend goed van koper. Zo wordt het risico verdeeld en komt dat niet alleen bij de verkoper te liggen. Dergelijke zekerheden bieden in beginsel ook bescherming bij faillissement.

Koop op afbetaling van aandelen: de les hieruit voor koper

Vanuit het perspectief van de koper geldt in feite het omgekeerd advies als voornoemd, al kun je je afvragen of je daarmee dan te goeder trouw contracteert. Niettemin wordt eenieder geacht de wet te kennen en indien een verkoper niet handelt zoals hij of zij, ter bescherming van zijn of haar belangen, behoort te handelen kun je dat een koper normaliter niet kwalijk nemen. 
Zeker niet indien verkoper een professionele partij is en zich (bijvoorbeeld) ook heeft laten bijstaan door een advocaat en/of notaris.

Wat betreft de notaris: deze heeft beroepsmatig een zorgplicht naar beide partijen. Daar waar in de notariële leveringsakte stond vermeld dat de koopprijs werd schuldig gebleven en kennelijk noch in de koopovereenkomst noch in de akte aandacht is besteed aan de “vereiste” toestemming van de echtgenote van de koper ex art. 1:88 BW, kun je je afvragen in hoeverre de notaris hier te kort is geschoten. Heeft de notaris partijen ter zake vooraf geïnformeerd en is het achterwege laten van die toestemming een bewuste keuze geweest (dat lijkt mij van niet ….) of is men dit alles “gewoon” vergeten?

Heeft u hierover vragen of wilt u begeleiding bij het opstellen van een juiste (ver)koopovereenkomst van aandelen, dan ben ik u graag van dienst.

Berkel-Enschot, 1 juni 2021
Auteur van dit artikel © : mr. Enno Schets Advocaat
Geassocieerd lid BOBB

Dit blog artikel is met aandacht geschreven, doch is algemeen van karakter en van informatieve aard. Deze algemene informatie kan niet of verminderd van toepassing zijn, zulks afhankelijk van de specifieke omstandigheden van uw situatie. Dit blog artikel dient derhalve niet als concreet juridisch advies te worden beschouwd. Elke situatie staat op zich en behoeft normaliter maatwerk. Schets Advocatuur aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor het gebruik en de gevolgen van het gebruik van de informatie uit dit blog artikel.