Beroepsorganisatie voor Specialisten in Bedrijfsoverdracht

Nieuws

Het afbreken van onderhandelingen bij bedrijfsovername

Het afbreken van onderhandelingen bij bedrijfsovername

Gesprekken over de (ver)koop van een bedrijf leiden niet altijd tot een overname. Het afbreken van onderhandelingen komt met grote regelmaat voor. Er mag echter nooit lichtzinnig over gedacht worden. Partijen investeren immers tijd en geld in een traject, én stellen zich kwetsbaar op door vertrouwelijke informatie te delen.

Het afbreken van onderhandelingen zal soms, maar niet altijd straffeloos kunnen geschieden. Tot het moment dat een definitieve koopovereenkomst is getekend, bevinden partijen zich in een “grijs gebied”, de precontractuele fase. Tot dat moment zijn er afspraken in e-mails, intentieverklaringen, etc. vastgelegd. Wanneer leiden dit soort uitingen tot een definitieve koopovereenkomst die niet straffeloos onderuit gehaald kan worden? Tot welk moment kunnen partijen de onderhandelingen staken, zonder het risico op betaling van  schadevergoeding óf verplicht te worden de onderhandelingen voort te zetten?

Vanaf de eerste contacten tussen partijen, wordt er informatie uitgewisseld. Vanuit een sfeer van vrijheid-blijheid wordt eerst onderzocht of een deal interessant en haalbaar is. Naarmate partijen echter meer informatie uitwisselen kan er een verwachtingspatroon ontstaan, dat tot een juridisch probleem kan leiden, zodra één van de partijen de onderhandelingen stopzet.

In de rechtspraak is de hoofdregel vastgelegd dat onderhandelende partijen contractsvrijheid hebben. Een partij mag zelf bepalen of deze een aanbod van een ander aanvaard of niet. Deze vrijheid impliceert tevens dat elke partij de onderhandelingen ook mag afbreken. Dit recht is niet onbegrensd en wordt ingeperkt door de begrippen “goede trouw” en “redelijkheid en billijkheid”. Deze begrippen zijn van grote invloed op de wijze zoals partijen volgens algemeen sociaal aanvaardbare normen met elkaar horen om te gaan. Wat redelijk en billijk is, is inmiddels via rechtspraak steeds duidelijker omschreven.

Indien één van de partijen de onderhandelingen over de (ver)koop van een bedrijf afbreekt, is de vraag in welke mate de andere partij erop mocht vertrouwen dat de onderhandelingen tot een koopovereenkomst zou leiden. Een rechter zal toetsen of de gevolgen van het afbreken van de onderhandelingen “objectief gezien” onaanvaardbaar zouden zijn, of de gevolgen voor “een redelijk denkend en handelend mens” aanvaardbaar zouden zijn? De rechter zal toetsen of en in hoeverre sprake is van omstandigheden die vergelijkbaar zijn met andere voorbeelden waarin redelijkheid en billijkheid zijn gedefinieerd. De rechter zal kijken naar de vraag of zich onvoorziene omstandigheden hebben voorgedaan. Tevens wordt gekeken naar de kennis die mag worden verondersteld aanwezig te zijn bij de betrokken partijen.

Het ultieme risico van het afbreken van onderhandelingen is dat de afbrekende partij een schadevergoeding moet betalen of verplicht wordt om de onderhandelingen (te goeder trouw) voort te zetten. Indien een schadevergoeding betaald moet worden, kan deze betrekking hebben op gemaakte kosten, zoals de kosten van een adviseur (het “negatief contract belang”). Een schadevergoeding kan ook betrekking hebben op gederfde winst, die de andere partij had genoten als de betreffende overeenkomst was afgesloten (het “positief contract belang”). De kans dat een rechter een positief contract belang vaststelt is klein. Derving van winst moet bewezen worden, en de vraag is wat hieronder verstaan moet worden. Er moet bovendien een directe relatie bestaan (een causaal verband) tussen het afbreken van onderhandelingen en de derving van winst. In zijn algemeenheid zal dat erg moeilijk vast te stellen zijn.

Door het beginsel van contractsvrijheid mag je zelf bepalen of je een overeenkomst sluit of onderhandelingen afbreekt. Om die vrijheid te borgen is het van belang om tijdens een (ver)kooptraject duidelijk te zijn, niet alleen in een intentieverklaring, maar ook in e-mails, etc. Zorg dat er duidelijke voorbehouden vastliggen, dat er geen exclusiviteit van onderhandeling is, dat er pas een deal is als alle besproken onderwerpen wederzijds akkoord bevonden zijn. En omschrijf helder welke vervolgstappen nodig zijn om tot een akkoord te komen. Dat schept de juiste verwachtingen en voorkomt juridische problemen.

Raymond R. Sieben LL.M. BOBB certified M&A specialist